Werkgeluk zit ‘m in de kleine, bijzondere momenten. Die ene glimlach, de oprechte verbazing, de onverwachte reactie, een momentje van rust of tevredenheid.
Iedere dag werken we met unieke mensen in de zorg. Zoals Thomas, een van de cliënten waar Esther een bijzondere tijd mee had en die ze na lange tijd weer tegenkwam. Lees hun bijzondere verhaal.
‘Hij kroop terug onder zijn dekentje.’
Esther: ‘Veel cliënten vergeet je nooit meer. En sommige ontmoetingen zijn extra speciaal. Zoals Thomas, met wie ik ruim 20 jaar geleden werkte, een klein ventje nog, hij was toen 13 jaar en lichamelijk en geestelijk gehandicapt.
We hadden samen een bijzondere band. Vaak kroop hij weg onder een dekentje. Ook toen ik afscheid van hem nam, op mijn laatste werkdag. Om bewoners ‘afscheid van een medewerker’ te laten begrijpen hadden we destijds de methode om de foto van het prikbord, van de medewerker, door te knippen.
De dag dat ik hem gedag moest zeggen
Ik ging naar hem toe, ging bij hem zitten en hij kwam onder zijn dekentje vandaan. Na een tijdje legde ik uit met een knipbeweging van mijn vingers, dat ik weg ging. Dat beviel hem niks: hij kroop terug onder zijn dekentje en sloot zich af van mij en zijn omgeving.
Na jaren zag ik hem weer
22 jaar later kwam ik via Uniek in Eigenheid toevallig weer bij dezelfde woongroep terecht. Ik vertelde over Thomas, die ik me nog als de dag van gisteren herinnerde. Tot mijn verbazing vertelde de teamleider dat Thomas daar nog steeds woonde. Wat bijzonder, ik zou hem weer zien!
‘Hee Thomas! Wat ben je groot geworden man.’
Ik zette me schrap
De kans dat hij me zou herkennen was nul. Het was 22 jaar later, hij was inmiddels bijna 2 meter lang en nog steeds zwaar lichamelijk en geestelijk gehandicapt. Ik liep rustig op hem af en zei: ‘Hee Thomas! Wat ben je groot geworden man.’
Een spannend moment volgde, waarop ik me schrap zette voor een klap. Dat zou een vrij normale reactie zijn, bij iemand met zijn handicap. Op z’n best zat er een glimlach in.
Het was even stil en we keken elkaar aan. Toen vloog hij me in de armen en kreeg ik de allergrootste knuffel van de wereld.’
Om privacy redenen hebben we een andere naam en foto gebruikt.